——————-
Niet alles was vroeger beter. Wat te denken, bijvoorbeeld, van die saaie luisteropdrachten tijdens mijn studie Russisch, vrij lang geleden. Je kreeg een cassettebandje mee naar huis met fragmenten van de Sovjet-radio en die moest je dan uitschrijven. Het echte, levende Russisch was heel ver weg. En kijk – en luister – nou eens naar onderstaand filmpje. Het fraais ligt tegenwoordig voor het oprapen.
De setting is om van te watertanden: een biertent in Moskou. De gesoigneerde heer met microfoon is Vladimir Moltsjanov. Hij spreekt vloeiend Nederlands (niet in die biertent) en is een kenner van het werk van Louis Couperus. Ooit was hij correspondent in Nederland, later was hij een gewaardeerd programmamaker. Hij is tegenwoordig hoofd van een opleiding journalistiek. Dit filmpje is uit 1991, uit het programma Voor en na middernacht.
Bier wordt verkregen uit een automaat. Je dient zelf een pot of iets anders bij je te hebben, een leeg melkpak bijvoorbeeld, want glazen zijn er niet. En dat is allemaal de schuld van de joden.
- (2.29) “Zolang de geheime en openlijke joodse structuren het bestuur van het land niet uit handen geven, niet stoppen met de vernietiging van het land, drinken we bier uit potten.” – “Volgens u is het de schuld van de joden dat u bier drinkt uit potten?” – “Absoluut.”
Kijk, over dat bloemrijke Russisch – even los van de inhoud – had ik me willen buigen op mijn studentenkamer aan de Ina Boudier Bakkerlaan in Utrecht.
Moltjsanov speelt graag de naïeve interviewer. Is er in het dorp dan geen bier?, vraagt hij aan een man voor wie de biertent duidelijk een van de hoogtepunten is van een uitstapje naar Moskou (2.23). “Neeeee joh, hoe komt u daar bij. Hebben ze nergens!” En je ziet de man denken: wat een idioot, die Moltsjanov.
Mooi natuurlijk, dat er in deze tent wel bier is, maar de kwaliteit kan verschillen, zo vertelt een wat pafferige klant op 6.48. Hij kwam vroeger kennelijk elders. Daar dronk hij na zijn werk, heel beschaafd en naar volle tevredenheid, hooguit een halve liter (“zo veel als mijn jonge organisme aankan”). Die tent bestaat kennelijk niet meer en hier is het allemaal minder, veel minder: “Vanochtend kwam ik hier en was het bier goed, na het middageten kwam ik hier en was het, sorry, pis. Van een ezel.” Waarna hij Moltsjanov nog even bedankt dat die is langsgekomen “in onze zwijnenstal”.
Even een stukje terug, naar 4.49: Moltjsanov: “Bevalt het u hier?” Klant: “Voor geen meter.” Ietsje verder in het gesprek:
- Bent u bang voor de toekomst van uw kinderen?
- Ja.
- Waarvoor dan precies?
- Voor oorlog.
- Oorlog in eigen land?
- Vooral voor oorlog in Rusland. Ik ben bang voor een oorlog in Rusland.
Aan het eind is Moltsjanov zijn microfoon kwijt. Die is in handen van een bierliefhebber met een boodschap (6.33): “Bier. Het belangrijkste is bier. Laat het volk tenminste zijn bier. Laat tenminste het volk zijn bier. Bier. Maak het bier goedkoop en betaalbaar.”
Bij welk tafeltje had ik me het liefst aangesloten? Niet bij die jongen op 3.55 die zegt dat hij net terug is uit een kamp in Vorkoeta, waar hij drie jaar heeft gezeten voor kleine straatschenderij/мелкое хулиганство (of hij schept op, met z’n drie jaar, of hij durft zijn echte misdaad niet te noemen), en al helemaal niet bij die socioloog (!) aan het begin. Nee, ik had graag een pot (of melkpak) geheven aan het tafeltje met de man die vertelt waar ze over aan het praten waren (3.30): “We hadden het net over voetbal en lossen samen kruiswoordpuzzels op.”
———————
Trouwens, die saaie luisteroefeningen van ooit, lang geleden, hadden ook leuke momenten. Zoals die keer toen ik na lang afspelen, terugspoelen en weer afspelen tenslotte toch het raadselachtige vefíerje kon thuisbrengen: в эфире, in de ether! Een hoogtepunt was de ontcijfering van atádajá … от а до я / van a tot z! Er steeg een zacht gejuich op vanbinnen, toen dat kwartje was gevallen.